In Juni begon mijn avontuur hier op de Zwaluw. Dit was nadat ik naar de huisarts was gegaan met een brief waarin ik uitlegde dat ik weer psychische hulp nodig had en ik aangaf te vinden dat ik “niet goed was in leven” en ik het leven ook niet bijzonder leuk vond.

Ik had hierin ook geschreven dat ik nu niet suïcidaal was maar wel van plan was om over een paar jaar een einde aan mijn leven te maken – op het moment dat ik dacht dat mijn gezinsleden zonder mij verder zouden kunnen. Ik was thuis erg somber en de maanden voor ik hier begon had ik veel last van angst en durfde vrijwel niet alleen naar buiten. Omdat ik gemotiveerd was om aan mezelf te werken, maar ook om het gezin te ontzien, startte ik hier mijn behandeling.

Zenuwachtig
En wat was ik zenuwachtig! Wanneer je meer dan vijf mensen een grote groep vindt, is het nogal een uitdaging om met meer dan twintig mensen samen te gaan wonen. Ik was angstig, stiller, gespannen, maakte bijna geen oogcontact en vond het moeilijk anderen te vertrouwen. Ook vond ik het heel moeilijk om voor mezelf op te komen en ging er van uit dat anderen me toch niet aardig zouden vinden. Omdat ik me altijd bekeken en beoordeeld voelde door anderen, ging ik contact vaak uit de weg. Ik vermaakte me liever alleen en ging graag mijn eigen gang. Zolang ik mezelf kon vermaken en alles zelf kon doen, had ik anderen niet nodig en was hun mening dus ook niet zo belangrijk.

Toen ik hier met open armen werd ontvangen en anderen hun best deden om een praatje te maken en contact te leggen snapte ik niet waarom mensen zo aardig en betrokken deden. Ik snapte het niet, maar kon het wel waarderen en al snel nam mijn vertrouwen in de groep en in mensen in het algemeen wat toe.

Regels
Waar ik ook erg aan moest wennen waren de regels op de Zwaluw. Ik was gewend om zelf de verantwoordelijkheid te dragen voor mijn doen en laten, maar hier moest alles worden overlegd. Ik vond de regels erg ingewikkeld en verwarrend en was erg bang om het verkeerd te doen, of anderen in de weg te zitten omdat ik me per ongeluk niet aan een regel had gehouden. Ik kreeg het hier heel benauwd van, maar kreeg hierover gelukkig veel herkenning bij groepsgenootje.

Ook liet ik wel eens wat horen over mijn kritische houding naar de staf. Ik heb in het verleden vooral nare ervaringen gehad met hulpverleners waardoor ik dingen uiteindelijk allemaal zelf op moest lossen, en vond het daardoor ook moeilijk om het te accepteren als anderen me restricties oplegden. Ook liep ik ertegen aan dat mijn kijk op emoties heel anders was dan hoe er op de Zwaluw naar werd gekeken. Emoties vond ik vaak zinloos en afleidend, en hier kon je naar mijn idee beter niet te veel aandacht aan besteden. Maar ik kwam hier om aan mezelf te werken en misschien hoorde het loslaten van deze overtuiging daar ook bij.

Proces
Ik werkte aan mijn begindoelen, maar leerde deze eerste weken vooral heel veel van de processen van anderen. Als het voor een ander niet helpt om weg te zinken in negatieve gedachten patronen over zichzelf, dan werkt het voor mij vast ook eigenlijk niet, was de gedachte. Er kwam veel bij me binnen en ik had veel last van hoofpijn en vermoeidheid, maar durfde dit vaak niet uit te spreken. Ik liet pas wat van me horen als het echt niet meer ging en ook als ik dingen eigenlijk te moeilijk of te eng vond om te doen, deed ik het toch, omdat mijn grenzen aangeven me nog veel enger leek.
Ik maakte me heel druk of ik wel iets goeds te zeggen had, waardoor ik vaak te lang twijfelde en dan uiteindelijk toch maar weer niks zei, waardoor ik nog vaster kwam te zitten in de overtuiging dat ik niet goed was in omgaan met anderen en ik me compleet mislukt voelde als mens.

Ontspannen
Ik probeer lagere eisen aan mezelf te stellen, maar door de angst en de stress op de groep werd ik alleen maar meer perfectionistisch en wilde ik alles nog meer onder controle houden. Ik zou van mezelf in twee weken moeten kunnen wennen, het allemaal goed doen en niet zo zitten klagen.
Ik spendeerde veel van mijn tijd tekenend in de woonkamer. Het lukte me hierdoor langzaam maar zeker om me iets meer te kunnen ontspannen in de drukte van de groep. Door leuke momenten met groepsgenoten kreeg ik toch iets meer vertrouwen in mezelf en anderen. Ik begon vriendschappen te sluiten en stelde me kwetsbaarder op. In mijn vierde week las ik mijn levensverhaal voor. Ik had hier al wat meer van mijn eigen beleving en emoties aan toegevoegd, maar las het alsnog heel praktisch en emotieloos voor. Vanaf dat punt begon ik ook in te brengen in therapie, maar vond het erg moeilijk om tijd in te nemen. En wanneer ik iets vertelde was dat vooral heel feitelijk. Ik was bij alles wat ik deed bang voor op- of aanmerkingen, die voor mij heel erg binnen kwamen als persoonlijke kritiek.

Meer gewend
In mijn tweede periode raakte ik wat meer gewend aan hoe dingen gaan op de Zwaluw en begon ik meer in te brengen. Ik begon te delen over de dingen die ik heb mee gemaakt en ondanks dat het voor mij naar voelt en dit allemaal nare herinneringen naar boven haalt, voelde het delen erover alsof ik iets aan het presenteren was. Ik voelde me heel gespannen als ik iets inbracht, doordat ik alles goed wilde verwoorden en uitleggen en anderen niet een verkeerd beeld wilde geven over de situatie. Ook schoot ik erg snel in de verdediging als anderen feedback gaven of commentaar hadden op hoe anderen dingen hadden gedaan. Ik zag dit al snel als een teken dat ik het niet goed had uitgelegd en dus beter mijn mond had kunnen houden. Door het delen over deze levenservaringen werd ik verdrietig, al was dat niet aan mij te zien. Omdat ik altijd mijn emoties onder controle had proberen te houden, was het voelen ervan – zonder mijzelf daarvoor de grond in te trappen – nogal een uitdaging. Door erover te delen begon ik langzaam dingen te verwerken. Ik voelde me hier in eerste instantie alleen maar verdrietiger door, maar na verloop van tijd merkte ik dat mijn algemene gevoel van somberheid plaats begon te maken voor losse emoties. Dat was op dat moment vooral verdriet, maar het lukte me om dit te zien als een vooruitgang.

Behandelcontract
Ook stopte ik in deze periode met het gebruiken van mijn antidepressiva, waardoor ik nu medicatievrij ben. Ik begon meer hardop te denken in plaats van ieder woord zorgvuldig af te wegen voordat ik het uitspreek, en liet meer van mezelf zien in de groep en in therapie. Ook schreef ik mijn behandelcontract. Hierin omschreef ik waar ik in behandeling aan wilde gaan werken en wat ik aan het einde van mijn behandeling graag met overtuiging zou willen kunnen zeggen. Dat was:

  • ik ben belangrijk
  • ik laat mezelf zien in contact en heb vertrouwen in mezelf en de ander
  • ik maak plezier en ontspan omdat dit belangrijk voor me is
  • ik omarm mijn emoties en laat me niet door mijn angst en controle beperken
  • ik bespreek mijn verleden, geef dit een plek en maakte zo ruimte voor de toekomst
  • “the old way let me survive but the new way is going to make me happy”

Spanning
Wat me in deze periode wel heel erg frustreerde was een conflictsituatie in mijn therapiegroep die veel spanning gaf. Er gingen veel uren therapie verloren door het te moeten hebben over de samenwerking in de groep, waardoor er weinig tijd over bleef om mijn eigen onderwerpen in te brengen.

Durf
Het begon me steeds beter te lukken om te zeggen wat ik dacht, in plaats van te denken over wat ik ga zeggen. Ik sprak me meer uit naar de staf en groepsgenoten en durfde kritische vragen te stellen. Ik liet meer horen wat er zich in mijn hoofd afspeelde, stond meer in contact met mijn emoties en kon deze soms zelfs laten zien. Het lukte me beter mijn emoties te benoemen en ze ook het recht te geven om benoemd te worden, zelfs als ze niet heel erg sterk aanwezig waren. In plaats van een eindeloze ‘het gaat wel oké’, durfde ik het uit te spreken als ik me niet goed voelde. Ook lukte het me – niet alleen in de groep maar ook thuis – om aan te geven wat ik op zo’n moment nodig had en heb. Ik werd minder streng voor mezelf en durfde toen en nu “in te brengen” zonder van te voren al een opbouw te hebben bedacht in wat ik zou gaan zeggen.
Ook begon ik met behulp van groepsgenoten te beseffen dat ik niet altijd de hulp en aandacht heb gekregen die ik nodig had. Niet omdat de mensen in mijn systeem niet hun best hebben gedaan me dit te geven, maar omdat mijn vangnet veel te klein was om de aandacht en hulp te bieden die ik nodig had. Ik hoef geen schuldige aan te wijzen voor de dingen die ik heb gemist, maar mag hier wel verdrietig over zijn.

Toen na een opmerking van een therapiegenoot de maat voor mij echt vol was, heb ik me hierover in de therapiegroep en de ‘grote groep’ krachtig uitgesproken en werd er eindelijk definitief iets aan de situatie gedaan. Als er op dat moment niet iets aan was gedaan, was ik zeker naar huis gegaan en ik heb dit ook erg duidelijk gemaakt. Deze groepssamenstelling werkte niet en daar leden we allemaal onder. Ik werd voor het eerst in tijden actief boos en leerde dat ik dit kon voelen en uiten zonder alle controle te verliezen en dingen te doen of zeggen waar ik spijt van zou krijgen.

Hulp vragen
Ook begin ik thuis meer hulp te vragen bij kleine en bij leuke dingen, zonder me te laten tegenhouden door schuldgevoelens. Zo vroeg ik mijn gezinsleden om naar de open middag, hier op de Zwaluw te komen, terwijl het voor hen lang reizen is. Ook word ik in deze periode contractpartner van nieuwe cliënten en – ondanks de onrust in de groep – lukt het me om voor mezelf grenzen te stellen in hoeveel ik anderen help en hoeveel tijd ik voor mezelf nodig heb.
Ik zie het niet meer als mijn taak om anderen te helpen, maar juist om goed voor mezelf te zorgen en te vragen wat ik nodig heb. Als ik dan nog energie over heb, help ik anderen nog steeds graag. Ondanks dat mijn perfectionisme nog steeds wel aanwezig is, ben ik minder bang om het niet goed te doen of niet goed genoeg te zijn. Ik begin te dromen over een leven na de Zwaluw en vraag me steeds vaker af of het niet passend zou zijn om eerder af te ronden. Vooral omdat ik me zoveel minder somber en angstig voel en ik het gevoel heb dat wat ik het afgelopen half jaar heb geleerd zich begint uit te betalen.

Balansevaluatie
Ik was erg nerveus voor mijn balansevaluatiebespreking (dit is na 6 maanden), omdat ik bang was dat ik me niet gezien zou voelen. Maar het was juist een hele fijne bespreking waardoor ik meer vertrouwen kreeg in het proces dat ik had doorgemaakt en de wens om eerder af te ronden.

Spannend
Mijn vierde periode begon met een systeemgesprek met mijn vader, waar ik erg tegenop zag. Ik had voordat ik naar de Zwaluw ging wel wat contact met hem, maar dit voelde voor mij altijd nogal geforceerd, omdat we de contactbreuk en de ruzies die daaraan voorafgingen nooit goed hebben besproken. Door het hierover te hebben in therapie groeide mijn woede en gekwetstheid naar hem en ontstond er voor mijn gevoel nog meer afstand tussen ons. Ik zag heel erg tegen dit systeemgesprek op, omdat ik weet dat ik me – als hij iets zegt dat voor mij niet leuk is om te horen – al heel snel verschrikkelijk gekwetst voel en er dan allemaal negatieve overtuigingen bij mij beginnen te spelen.
Desondanks ging ik dit gesprek aan, stelde ik me open op en werd het een moeilijk maar ook fijn gesprek. We hebben hierna nog een gesprek gehad om het te hebben over hoe we ons contact verder zouden vormgeven. We hebben daarna weer met elkaar afgesproken en sindsdien loopt ons contact beter.

Groei
Door Kerst en Oud & Nieuw was ik een aantal dagen achter elkaar vrij en thuis. Dit beviel me erg goed en het lukte me deze dagen prima om mijn dagen fijn en zinvol in te vullen. Ik voel me veel opgewekter en oefende in de groep verder met minder gecensureerd zijn in contact. Ook volgde ik de module Zingeving, waardoor ik me er op een fijne manier bewust van werd hoe ik ben veranderd de afgelopen paar jaar.

Laatste weken
Mijn laatste weken op de Zwaluw zijn begonnen. Ik spreek eindelijk een nare situatie met een groepsgenootje uit, waardoor er voor mij veel duidelijk wordt en ons contact verbetert. Ook krijg ik een positieve ‘stafboodschap’ op mijn eigen evaluatie, waardoor ik eraan word herinnerd hoeveel ik hier heb geleerd en dat ik wat minder aan mezelf mag gaan twijfelen.

Ik ga op proefweek waar ik vooral leer dat ik van plan kan veranderen en dus niet altijd een strakke planning nodig heb. Ik weet in mijn proefweek ook tijd vrij te maken voor leuke dingen in plaats van alleen maar bezig te zijn met de dingen die ‘moeten’ van mezelf. Weer terug op de groep presenteer ik bij een vrije-tijd-activiteit ‘Over de Streep’, zonder vooraf besloten te hebben dat ik dit zou doen en dus ook zonder er diep over nagedacht te hebben wat ik ga vertellen en hoe. Ik merk dat presenteren me zoveel gemakkelijker af gaat dan aan het begin van de behandeling, waardoor ik me nu zekerder voel. Ik begin bewust afscheid te nemen en kom tot de conclusie dat dit voor het eerst in mijn leven is dat ik positief afscheid neem van een groep mensen, in plaats van weg te vluchten om nooit meer iets van me te laten horen. Ik heb me nog nooit zo in een groep thuis gevoeld.

Maar nu is het tijd voor de toekomst en nieuwe uitdagingen en ervaringen. Ik ga weer verder met studeren en wil weer meer gaan schilderen, maar vooral ook nieuwe dingen proberen en meer genieten. Ik denk dat ik altijd een beetje van de Zwaluw en de mensen hier met me mee zal nemen, de adviezen, de verhalen, de bijzonderheden en het vertrouwen. Dit was zeker een ervaring om nooit meer te vergeten.

Ervaringsverhaal van een 24 jarige jonge vrouw